MODEM
Wat gebeurt er in de hersenen bij dementie? En hoe kun je dat eerder herkennen? MODEM zoekt dat uit.
Wie werken samen in MODEM?
MODEM is een samenwerking van twaalf Nederlandse kennisinstellingen, waaronder universiteiten en medische centra. Het consortium maakt deel uit van de Nationale Dementiestrategie en krijgt steun van ZonMw en Alzheimer Nederland.
Prof. dr. Guus Smit is de zogeheten Principal Investigator van MODEM. Hij leidt het consortium.
Het onderzoek bestaat uit vijf zogeheten pijlers (zie Wat voor onderzoek).
(Mede)projectleiders van de pijlers zijn prof. dr. Elly Hol, dr. Wiep Scheper, prof. dr. Paul Lucassen, prof. dr. Ronald van Kesteren, prof. dr. Matthias van Osch, prof. dr. Elga de Vries, prof. dr. Pieter Jelle Visser en dr. Betty Tijms.
Samenwerkingspartners
- Vrije Universiteit Amsterdam, hoofdaanvrager
- Amsterdam UMC
- UMC Utrecht
- Radboud UMC
- Erasmus MC
- UMC Groningen
- Leiden UMC
- Maastricht Universiteit
- Universiteit van Amsterdam
- Prinses Máxima Centrum
- Julius Centrum
- Medisch Centrum Leeuwarden
MODEMs samenwerkingspartners hebben zelf specialisten in huis op het gebied van implementatie en data-organisatie; daarom zijn hiervoor geen externe organisaties betrokken.
Meer lezen over het onderzoeksprogramma dementie? Zie zonmw.nl.
Wat gaat er mis bij dementie en (hoe) kun je dat herstellen?
Wat gebeurt er in de hersenen bij dementie? MODEM zoekt dat uit. Het team kijkt naar verschillende oorzaken. En onderzoekt hoe je schade eerder kunt herkennen én eventueel gerichter kunt behandelen.
Het onderzoek bestaat uit drie hoofdthema’s (zogeheten pijlers) en twee overstijgende werkpakketten.
Hoe maak je hersencellen na in het lab?
Voor onderzoek naar dementie zou je het liefst hersencellen bestuderen van mensen met dementie. Dat kan meestal pas na overlijden, en mits iemand zijn of haar hersenen doneert. Dat maakt onderzoek doen lastig. Daarom werkt MODEM in deze eerste pijler aan een nieuwe methode om huidcellen van mensen met dementie om te zetten in hersencellen, zoals zenuwcellen en gliacellen (steuncellen). Daarmee kunnen onderzoekers in het lab onderzoeken wat er precies fout gaat in hersenweefsel, zonder te hoeven wachten op hersendonatie.
Verstoorde hersennetwerken: hoe los je dat op?
In onze hersenen werken miljoenen hersencellen samen in netwerken. Ze geven signalen aan elkaar door via synapsen: kleine verbindingspunten tussen de zenuwcellen. In de vroege fase van dementie gaat daar al van alles mis. Vaak al jaren voordat iemand klachten krijgt. Maar wat voor verstoringen zijn dit precies? Hoe spoor je ze op? En kun je ze misschien zelfs terugdraaien met een behandeling? In deze pijler richt MODEM zich op deze vragen.
Wat gebeurt er met de bloed-hersenbarrière?
De bloed-hersenbarrière is een netwerk aan bloedvaten dat belangrijke voedingsstoffen doorlaat en schadelijke stoffen tegenhoudt. De barrière beschermt de hersenen dus tegen eventuele schadelijke stoffen in het bloed. Bij mensen met dementie werkt deze vaak niet goed meer. De vraag is allen: is schade aan de bloed-hersenbarrière een oorzaak van dementie of juist een gevolg? Dat zoekt MODEM uit in deze pijler. Ook ontwikkelt het consortium nieuwe technieken om de veranderingen beter in beeld te brengen.
Losse data verbinden tot nieuwe inzichten
Er zijn al veel gegevens verzameld over stoffen in het lichaam van mensen met dementie. Stoffen in het bloed bijvoorbeeld, de hersenvloeistof en hersenweefsel. Maar die data worden vaak apart onderzocht. MODEM brengt al die gegevens samen in één analyse, in dit overstijgende werkpakket. Zo hopen de onderzoekers patronen te ontdekken die wijzen op (combinaties van) specifieke stoffen waaraan we dementie vroeg kunnen herkennen.
Impact vergroten en ethiek bewaken
Onderzoekers ontdekken veel waardevolle kennis over dementie, maar die landt niet altijd in de praktijk. Om meer impact te bereiken, werkt MODEM daarom in dit overstijgende werkpakket aan betere samenwerking, het delen van data en aan duidelijke communicatie.
Ook is er aandacht voor ethiek. Is het okay om bijvoorbeeld hersencellen of diermodellen te gebruiken? Hoe ga je om met gegevens en cellen van patiënten? MODEM denkt daar actief over na.
Verder kijkt MODEM binnen dit werkpakket naar het opleiden van onderzoekers en het vergroten van de impact van het consortium.
Diep het brein in, mét oog voor de praktijk
MODEM gaat via biomedisch onderzoek na wat er precies misgaat in de hersenen bij dementie. Het gaat om zowel fundamenteel als toegepast onderzoek.
Bij elk deel van het MODEM-onderzoek denkt een ethicus mee, van lab tot praktijk. Ook bij het delen van resultaten en plannen voor de toekomst.
Fundamenteel biomedisch onderzoek
Om te begrijpen hoe dementie ontstaat bij verschillende ziekten (zoals Alzheimer en fronto-temporale dementie), doen MODEM-onderzoekers fundamenteel biomedisch onderzoek. Ze kijken daarbij vooral naar hersencellen, in het laboratorium.
Huidcellen van mensen met dementie worden in het lab veranderd naar hersencellen en opgekweekt tot ‘mini-hersenen’. Die bekijken onderzoekers nauwkeurig: hoe communiceren zenuwcellen met elkaar? En wat gaat er mis bij dementie?
Ook gaan ze na of invloeden van buitenaf, zoals voeding of stressveroorzakers, effect hebben op de verbindingen tussen de zenuwcellen in de mini-hersenen. Vraag is of bepaalde voedingsstoffen de kans op dementie verlagen, en stress die juist verhoogt. En ze testen of specifieke stoffen bepaalde schade in zenuwcellen kunnen herstellen. De resultaten vergelijken ze met resultaten uit onderzoek naar muizen met dementie.
Toegepast biomedisch onderzoek
Om te onderzoeken of veranderingen in de bloed-hersenbarrière ontstaan door dementie of juist dementie veroorzaken, moet die barrière beter in beeld komen. Daarom probeert MODEM met geavanceerde beeldvormingstechnieken, zoals MRI en PET, veranderingen in die bloed-hersenbarrière duidelijker en eerder zichtbaar te maken. Ze combineren hiervoor deze beeldtechnieken met tests aan de gekweekte mini-hersenen.
Data-analyse
MODEM analyseert ook grote hoeveelheden data uit onderzoeken met grote groepen mensen, over stoffen die voorkomen in hersenvloeistof en hersenweefsel. Door te letten op patronen die voorkomen bij mensen met en zonder dementie, hopen ze zogeheten nieuwe biomarkers te herkennen: (combinaties van) stoffen waaraan je dementie kunt herkennen.
Tegelijk houdt MODEM contact met de wereld buiten het lab: mensen met dementie, artsen en andere betrokkenen denken mee over het onderzoek én over hoe de resultaten straks zijn te gebruiken. Daarover meer op Betrokken partijen.
Inzicht in dementie én gereedschap voor eerdere diagnoses en een medicijn
Behalve publicaties in wetenschappelijke tijdschriften, levert onderzoek van MODEM méér op.
- Een flinke stap richting een medicijn tegen dementie.
- Verspreiding van kennis naar onderzoekers, en de mensen voor wie het onderzoek is.
MODEM zal inzichten over het ontstaan van dementie delen op congressen en in wetenschappelijke tijdschriften. Bijvoorbeeld een artikel over wat er mis gaat in hersencellen. Over hoe netwerken in de hersenen verstoord raken. En over hoe de bloed-hersenbarrière kapot gaat. Zo raken andere onderzoekers wereldwijd op de hoogte.
Nieuwe biomarkers
Daarnaast wil MODEM nieuwe biomarkers aanwijzen. Dat zijn stoffen in het bloed, in hersenvloeistof of de hersenen, die wijzen op dementie en meetbaar zijn via bloedtesten of hersenscans. Ook wil MODEM vaststellen welke hersenprocessen je vroeg moet aanpakken om schade te voorkomen. Als je dat weet, kun je door naar de volgende stap: uitvinden hoe je zulke hersenprocessen stuurt en een behandeling kunt ontwikkelen.
Beter beeld van bloed-hersenbarrière
Daarnaast wil MODEM nieuwe biomarkers aanwijzen. Dat zijn stoffen in het bloed, in hersenvloeistof of de hersenen, die wijzen op dementie en je kunt meten via bloedtesten of hersenscans. Ook wil MODEM vaststellen welke hersenprocessen je vroeg moet aanpakken om schade te voorkomen. Als je dat weet, kun je door naar de volgende stap: uitvinden hoe je zulke hersenprocessen stuurt en een behandeling kunt ontwikkelen.
Sneller en beter mini-hersens maken
De methoden om van huidcellen hersencellen te maken, en op te kweken tot mini-hersenen, zijn al ver maar hebben nog verbetering nodig. Als dat lukt, kunnen veel meer onderzoekers en farmaceuten deze gebruiken om meer uit te vinden over dementie en mogelijke behandelingen. En kan dit onderzoek sneller gaan.
Onderwijs aan collega’s, studenten en publiek
MODEM-onderzoekers dragen de opgedane kennis ook over via onderwijs: zoals colleges over biomarkers, nieuwe beeldvormingstechnieken of het bouwen van mini-hersens. Zo raken studenten en jonge onderzoekers op de hoogte van de laatste inzichten. MODEM deelt opgedane inzichten tot slot ook met een breder publiek, onder meer via de Alzheimer Cafés.
Graduate School voor impact
MODEM organiseert voor de PhD-onderzoekers (die het grootste deel van het onderzoek uitvoeren) een ‘Graduate School’: jaarlijks zijn er meerdere bijeenkomsten waarin zij samen thema’s verkennen zoals diagnostiek, wetenschapscommunicatie en ethiek.
Zo biedt MODEM PhD-onderzoekers ruimte om zich ook buiten het laboratorium te ontwikkelen. En om na te gaan wat zij kunnen doen, om te zorgen hun resultaten uiteindelijk echt mensen met dementie helpen.
Samen met belanghebbenden
Binnen MODEM is een gebruikerscommissie opgericht. Daarin zitten onder andere mensen met dementie, artsen en onderzoekers.
Het blijkt wel lastig om betrokkenheid van (naasten van) mensen met dementie een plek te geven, omdat het gaat om vrij fundamenteel onderzoek, dat vooral in het laboratorium plaatsvindt. Om daarop te reflecteren is specialistische kennis nodig.
MODEM heeft wel ideeën om de samenwerking met gebruikers in een vervolg anders in te richten. MODEM wil dan verder werken richting ontwikkeling én toepassing van een medicijn. Daarbij ziet MODEM meer kans om een gebruikerscommissie tot zijn recht te laten komen.