Zorgprogramma vertaald voor zorgprofessionals

Het Universitair Kennisnetwerk Ouderenzorg Nijmegen (UKON) vertaalde het zorgprogramma ‘Doen bij Depressie’ met succes naar een microlearning voor zorgprofessionals én naar lesmateriaal voor het mbo-zorgonderwijs. Wat werkte daarbij (niet)?
De effectiviteit van het multidisciplinaire zorgprogramma ‘Doen bij depressie’ werd in 2013 wetenschappelijk bewezen. Ouderen met een depressie, met of zonder dementie, hebben er baat bij. Voor (GZ-)psychologen die met dit zorgprogramma gaan werken kwam er een cursus van drie dagdelen. Voor zorgprofessionals in woonzorgcentra een e-learning.
Na verloop van tijd kwam er ook interesse uit andere disciplines. Mbo-zorgdocenten en zorgprofessionals wilden er meer over weten. Reden voor netwerkcoördinatoren drs. Simona Van de Vinne, drs. Charlotte van Corven en hun collega’s van het UKON om de het materiaal te herzien en beschikbaar te maken voor de (toekomstige) zorgprofessional.
Interdisciplinair samenwerken stimuleert
Voor dit project werkten zorgprofessionals, onderzoekers en docenten nauw samen. Van de Vinne hield iedereen op de hoogte van de voortgang. Het motiveren van docenten, studenten en zorgprofessionals bleek niet nodig: ze zagen zelf het belang en brachten waardevolle kennis en ervaring in. “Bovendien vonden ze het leuk om van elkaar te leren,” vertelt Van de Vinne. Elke betrokkene kende wel een enthousiaste collega die ook wilde meedenken. En ze wist goed wat ze van collega’s konden vragen en verwachten.
Niet alles zelf doen
De cursus voor psychologen was al jaren in gebruik. Maar welke kennis hieruit hebben andere zorgprofessionals nodig? En hoe vertaal je deze naar mbo-lesmateriaal? Van Corven dacht eerst dat een gastles leuk zou zijn. Maar een mbo-docent gaf al snel aan dat studenten daar niet zo enthousiast van raken. Van Corven en Van de Vinne realiseerden zich: we moeten niet alles zelf willen doen.
De UKON-ers leerden veel van de kennis en ervaring die docenten hebben rond kennisoverdracht. Van zorgprofessionals leerden ze juist hoe zij kennis willen ontvangen. Van de Vinne en Van Corven schakelden ook hulp in van een grafisch vormgever om het materiaal te maken. Van Corven: “Dat kost geld, maar dat was het meer dan waard.”
Eerst afstemmen, dan uitproberen
Na bundeling van de kennis van docenten, studenten en zorgprofessionals kwamen ze uit op een microlearning: korte, compacte lessen van maximaal een paar minuten per dag, die zorgprofessionals in hun eigen tempo een aantal weken kunnen volgen. Of dat zou slagen was vooraf niet zeker. Maar de reacties op deze vorm zijn heel positief.
Nu ze weten dat het werkt, willen Van de Vinne en Van Corven meer thema’s zo ontwikkelen: eerst afstemmen met onderwijs en de praktijk en dan in een doordacht concept uitproberen.
Online evalueren? Ter plaatse werkt beter
Na de ontwikkeling van het materiaal volgde een pilot met een zorgteam van 16 zorgprofessionals. En een online evaluatie. Alleen: reacties bleven uit. Wat was er aan de hand? Van de Vinne ontdekte dat zorgprofessionals gewoon weinig achter een laptop werken, en geen tijd hebben om online vragenlijsten in te vullen. “Langsgaan tijdens de koffiepauze bleek de oplossing.” Dat kost meer moeite, maar levert ook veel betere feedback op. “Eén op één vertelden de zorgprofessionals makkelijker wat ze ervan vonden dan via een vragenlijst.”