Jouw dementiekennis delen met opleidingen zorg en welzijn?

Eén manier om je dementiekennis te laten landen in zorg en welzijn, is via de opleidingen. Je moet daarvoor wel de weg weten in ‘onderwijsland’. Helaas is er niet één route die daartoe leidt. Maar met deze tips kom je wel verder.
Tip 1: Leg contact en luister
Zoek contact met docenten of onderwijsontwikkelaars van zorg- en welzijnsopleidingen. Ga langs en bezoek een les. Luister naar docenten en studenten. Welk lesmateriaal bestaat er al, over het onderwerp van jouw kennis? Welke kennis ontbreekt er? Wat is passend lesmateriaal?
Dit kun je onder andere uitvinden via de Denktank DementieOnderwijs, die Impactmanager Carlijn Lensink organiseert met docenten uit het DEMPACT-netwerk (zie Over DEMPACT).
Heb je geen idee welke onderwijsorganisatie voor jou relevant is? Of heb je niet de juiste contacten? Neem contact op met Carlijn Lensink; zij denkt graag mee en brengt je in contact.
Tip 2: Durf te vragen aan collega’s
Er zijn veel collega-onderzoekers die de wegen van het onderwijs al hebben verkend. Zij kunnen je vertellen hoe je focusgroepen organiseert en welke onderwijsinstellingen bijvoorbeeld enthousiast zijn om lesmateriaal te testen. DEMPACT kent een aantal van die onderzoekers en brengt je graag in contact.
Tip 3: Vind uit wat het onderwijs van jou nodig heeft
Zoek vervolgens de overlap tussen wat jij te bieden hebt en wat het onderwijs nodig heeft. En ga na in welke vorm jouw kennis bruikbaar kan zijn. Het kwalificatiedossier van zorgopleidingen kan hierbij helpen: de set van kerntaken, werkprocessen en competenties die samen een opleiding vormgeven. Of de Body of knowledge voor zorg en welzijn (mboraad.nl). Je wilt immers niet aankomen met een spreekwoordelijk rood vierkantje, terwijl opleidingen vooral werken met blauwe rondjes… Zie ook Dit hebben docenten van jou nodig.
Wist je trouwens dat docenten vaak zelf lesmateriaal maken? Check waar ze basisinformatie vergaren over dementie, op: Drie dingen die je moet weten over mbo-zorg en welzijnsopleidingen.