Drie dingen die jij moet weten over mbo zorg- en welzijnsopleidingen

Zijn jouw kennis en onderzoeksresultaten relevant voor dementiezorg in de praktijk? Dan is het slim om die te delen met zorg- en welzijnsprofessionals van de toekomst, via hun opleiding. Wellicht verplicht je subsidieverstrekker zelfs samenwerking met onderwijs. Maar hoe pak je dat concreet aan?
Vragen die misschien door je hoofd gaan: Hoe weet je of jouw kennis wel nodig is? Of er al lesmateriaal over bestaat? En hoe krijg je kennis uiteindelijk de zorgopleidingen in? Om dit voor elkaar te krijgen moet je een paar dingen weten én doen.
1: Jouw kennis is nodig voor efficiënte zorg
Het aantal mensen met dementie stijgt van 310.000 nu naar meer dan 610.000 in 2050. Maar het aantal aanmeldingen voor zorgopleidingen daalt al zes jaar op rij (meer daarover op venvn.nl). In de toekomst zorgen er dus minder zorgprofessionals voor meer ouderen met dementie. De zorg moet daarom efficiënter en effectiever. Mocht jij nog twijfelen: jouw kennis is hard nodig voor het zorgonderwijs!
2: Dragers van de zorg zijn mbo’ers
Er zijn zestig zorgopleidingen in Nederland. Variërend van mbo tot wo. Het grootste deel van de professionals die dagelijks werken met mensen met dementie is mbo-geschoold (mbo-niveau 1 tot 4). Actuele kennis over dementie is dus heel relevant voor mbo-studenten. Dit betekent wel dat een vertaalslag nodig is van je wetenschappelijke informatie om aan te sluiten bij het mbo.
3: Docenten halen hun informatie op verrassende plekken
Misschien verwacht je dat mbo-docenten voor lesmateriaal een landelijk loket raadplegen. De praktijk is anders. Zo’n centraal punt ontbreekt. Docenten hebben ook ruimte om zelf invulling te geven aan lessen over ouderenzorg. Het grootste deel van hen haalt informatie uit betrouwbare publieke online bronnen, waaronder:
Heb jij mogelijk kennis die docenten kunnen gebruiken? Laat het weten: DEMPACT denkt graag mee en zet haar netwerk in om je kennis te laten landen op (een van) deze websites. Daarnaast zijn er nóg een paar dingen die je kunt doen.
Tip: Leg contact en luister
Zoek contact met docenten of onderwijsontwikkelaars van zorg- en welzijnsopleidingen. Ga langs en bezoek een les. Luister naar docenten en studenten. Welk lesmateriaal bestaat er al, over het onderwerp van jouw kennis? Welke kennis ontbreekt er? Wat is passend lesmateriaal? Dit kun je onder andere uitvinden via de Denktank DementieOnderwijs, die Impactmanager Carlijn Lensink van DEMPACT organiseert met docenten uit het DEMPACT-netwerk (zie Over DEMPACT).
Heb je geen idee welke onderwijsorganisatie voor jou relevant is, of heb je niet de juiste contacten? Neem contact op met Carlijn Lensink; zij denkt met je mee en introduceert je graag.
Tip: Vind uit wat het onderwijs van jou nodig heeft
Zoek vervolgens de overlap tussen wat jij te bieden hebt en wat het onderwijs nodig heeft. En ga na in welke vorm jouw kennis bruikbaar kan zijn. Het kwalificatiedossier van zorgopleidingen kan hierbij helpen: de set van kerntaken, werkprocessen en competenties die samen een opleiding vormgeven. Of de Body of knowledge voor zorg en welzijn (mboraad.nl). Je wilt immers niet aankomen met een spreekwoordelijk rood vierkantje, terwijl opleidingen vooral werken met blauwe rondjes… Zie ook Dit hebben docenten van jou nodig.
Tip: Durf te vragen aan collega’s
Er zijn veel collega-onderzoekers die de wegen van het onderwijs al hebben verkend. Zij kunnen je vertellen hoe je focusgroepen organiseert en welke onderwijsinstellingen enthousiast zijn om bijvoorbeeld lesmateriaal te testen. DEMPACT ken een aantal van hen en brengt je graag in contact.
