Ga naar de content

BIRD-NL

BIRD-NL doet onderzoek om risico’s voor dementie beter te begrijpen én ze te verkleinen.

Wie?

Wie werken samen in BIRD-NL?

Binnen BIRD-NL werken elf kennisinstellingen samen.

Het consortium valt onder het onderzoeksprogramma Dementie. ZonMW financiert het. Het onderzoek is verdeeld over vier zogeheten werkpakketten.

Wie is wie?

Dr. Frank Wolters en prof. dr. Arfan Ikram (beide Erasmus MC) leiden samen BIRD-NL.
Dr. Leonie Visser, prof. dr. Monique Verschuren, dr. Mirjam Geerlings en prof. dr. Martien Kas coördineren de verschillende werkpakketten (daarover lees je op  Werkt aan welk probleem?).

Samenwerkingspartners

  • Erasmus MC, hoofdaanvrager
  • Amsterdam UMC
  • Maastricht University
  • Pharos
  • Rijksuniversiteit Groningen
  • UMC Groningen
  • Erasmus Universiteit Rotterdam
  • BK-Waarneming
  • Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu
  • De Hersenstichting
  • Alzheimer Nederland

Lees op Zonmw.nl: meer over het Onderzoeksprogramma Dementie.

Werkt aan welk probleem?

Het risico op dementie verkleinen

Dementie voorkomen is beter dan genezen. BIRD-NL doet onderzoek om dementierisico’s beter te begrijpen én gaat na wat in de praktijk werkt om risico’s te verkleinen.

Het onderzoek is verdeeld in vier zogeheten werkpakketten, PERCEIVE (waarnemen), EXPLAIN (verklaren), PREDICT (voorspellen) en PREPARE (voorbereiden).

Het consortium NDPI werkt ook aan het voorkomen van dementie, maar onderzoekt vooral welke leefstijlprogramma’s of interventies echt helpen om dementie te voorkomen.

PERCEIVE: Welk risico heb jij?

Veel mensen weten niet wat hun kans op dementie groter of kleiner maakt. Het is bijvoorbeeld niet breed bekend dat een ongezonde leefstijl het risico op dementie vergroot. Tegelijk bestaan er misvattingen. Bijvoorbeeld dat bepaalde voedingsstoffen het risico zouden verlagen, terwijl daar geen wetenschappelijk bewijs voor is. Daarom zoeken BIRD-NL-onderzoekers in dit werkpakket uit: hoe groot schatten mensen hun risico op dementie in? En in hoeverre zijn ze bereid hun leefstijl te veranderen, om dit risico te verkleiner?

Zo ontdekken de onderzoekers hoe je mensen het beste kunt informeren. En wat beleidsmakers en andere partijen nodig hebben, om preventie beter te ondersteunen. Het doel van dit werkpakket is communicatie te ontwikkelen die werkt, omdat die aansluit bij de voorkennis en beleving van de doelgroep.

EXPLAIN: Welke informatie mist nog?

Eerder onderzoek toonde al aan dat roken, hoge bloeddruk en diabetes het risico op dementie verhogen. Toch verklaren deze risicofactoren maar zo’n veertig procent van het aantal keer dat dementie voorkomt. Waardoor ontstaat dan de rest?

Onderzoekers zoeken in dit werkpakket uit of er nog meer risicofactoren zijn. Dat kunnen invloeden uit de omgeving zijn, sociale omstandigheden of ervaringen in de kindertijd. Ook onderzoeken ze hoe meerdere risicofactoren en genetische aanleg effect hebben op het ontstaan van dementie. Dat kan nieuwe aangrijpingspunten opleveren, om dementie in de toekomst beter te voorkomen.

PREDICT: Hoe voorspel je wie risico loopt?

Het risico op dementie verschilt tussen mensen. Hoe zwaar weegt elke risicofactor mee? En wat is het effect van erfelijke aanleg? In dit werkpakket onderzoekt BIRD-NL hoe je met een rekenmodel beter inzicht geeft in dementierisico: welke zaken hebben invloed op de kans op dementie, en bij wie?

Als je weet wie het hoogste risico loopt, kun je die mensen het best ondersteunen. Zo worden preventieve maatregelen-op-maat mogelijk in de toekomst.

PREPARE: Wat moet je precies testen?

Er zijn sterke aanwijzingen dat een gezonde leefstijl helpt om je risico op dementie te verkleinen. Maar hard bewijs dat leefstijlprogramma’s leiden tot minder dementie, ontbreekt. Hoe komt dat? Richten deze programma’s zich niet op de belangrijkste risicofactoren? Starten ze niet op het juiste moment? En wat leveren die programma’s dan wel op, voor de persoon zelf en voor de samenleving? In dit werkpakket zoekt BIRD-NL dit uit. De antwoorden vormen de basis voor vervolgonderzoek, dat antwoord kan geven op de vraag: (hoe) kun je dementie écht voorkomen?

Zie ook de projectinformatie over BIRD-NL op zonmw.nl.

Wat voor onderzoek?

Epidemiologisch en toegepast onderzoek

BIRD-NL onderzoekt hoe je dementie kunt voorkomen via een mix van epidemiologisch en toegepast onderzoek.

BIRD-NL brengt risicofactoren in kaart, ontwikkelt modellen die risico op dementie voorspellenen en werkt aan methodes om het effect van preventie goed te meten. Dit gebeurt in nauwe samenwerking met burgers en andere belanghebbenden.

Onderzoeken wat mensen weten over preventie

Om na te gaan wat mensen weten over hun risico op dementie, het effect van leefstijl hierop en wat ze bereid zijn te veranderen, doet BIRD-NL zogeheten participatief onderzoek. Dat betekent dat burgers worden betrokken bij het onderzoek. Onderzoekers organiseren onder andere focusgroepen, ontwikkelen vragenlijsten en voeren gedragsstudies uit. Zo krijgen ze zicht op wat mensen denken, voelen en doen rond het risico op dementie.

Risicofactoren in kaart brengen

BIRD-NL onderzoekt de invloed van verschillende risicofactoren, door grote datasets te analyseren. Hoeveel risico draagt elke risicofactor bij? En wat is de invloed van risicofactoren op elkaar, versterken ze elkaar bijvoorbeeld?

De data komt uit grote cohortonderzoeken (zoals Lifelines van UMC Groningen en het ERGO-onderzoek van ErasmusMC). Dit zijn onderzoeken waarbij er lange tijd veel gegevens worden bijgehouden van grote groepen mensen. Door de gegevens slim te combineren en herhaald te meten, brengen de onderzoekers het totale effect van omgevingsinvloeden in kaart. Bij dit epidemiologische onderzoek kijkt BIRD-NL ook naar verschillen tussen groepen, bijvoorbeeld naar gelang de leeftijd, het opleidingsniveau en een migratieachtergrond.

Voorspellingsmodellen bouwen en testen

Om na te gaan wie het meeste baat heeft bij preventie bouwt BIRD-NL modellen die een risico op dementie kunnen voorspellen op basis van risicoprofielen die leefstijl of genetische aanleg meewegen. Onderzoekers gaan ook na of kunstmatige intelligentie (artificiële intelligentie, AI) kan helpen om die modellen nauwkeuriger te maken. De modellen worden getest in verschillende doelgroepen, waaronder mensen die de huisartsenpraktijk bezoeken.

Voorbereiden van toekomstig preventieonderzoek

Om te weten of je dementie echt kunt voorkomen, moet je dat testen bij grote groepen mensen. Maar hoe richt je zo’n studie goed in? Wat moet je precies meten, wanneer, bij wie? BIRD-NL werkt aan de voorbereiding van zulke grootschalige studies. Dat gebeurt allereerst op bevolkingsniveau, met simulatiemodellen die doorrekenen wat preventie oplevert. En daarnaast op individueel niveau, met studies die gedrag en gezondheid meten in de praktijk. Tot slot werkt BIRD-NL ook op celniveau: met muismodellen die de biologische werking van preventie beter helpen te begrijpen.

Wat levert het op?

Kennis en hulpmiddelen voor dementiepreventie

BIRD-NL levert nieuwe kennis én praktische hulpmiddelen op voor de zorg, de wetenschap en de samenleving.

Denk aan voorlichtingsmateriaal, modellen die het risico op dementie individueel kunnen inschatten en adviezen voor preventiebeleid.

Voorlichtingsmateriaal

De onderzoekers van BIRD-NL werken aan kennisproducten die helpen dementie in de toekomst te voorkomen. Denk aan brochures, animaties of websites waarin BIRD-NL in begrijpelijke taal uitlegt wat het risico op dementie allemaal vergroot en vooral: wat je zélf kunt doen om dat risico te verkleinen. Deze kennisproducten zijn bedoeld voor burgers, zorgverleners, beleidsmakers én andere onderzoekers.

Voor andere onderzoekers

BIRD-NL publiceert onderzoeksuitkomsten in wetenschappelijke tijdschriften. Ook ontwikkelt BIRD-NL data-infrastructuur: een systeem voor data-verzamelen en uitwisselen die gegevens uit verschillende cohortonderzoeken. Daarmee kunnen onderzoekers straks onderzoeksvragen sneller beantwoorden.

Bewezen werkzame interventies

BIRD-NL wil ook effectieve preventie-interventies opleveren: programma’s die bewezen werken om mensen te helpen hun gedrag aan te passen, of die de omgeving aantoonbaar gezonder maken. Denk aan ondersteuning bij het stoppen met roken of aanpassingen in de woonomgeving die stimuleren om meer te gaan bewegen.

Bijdragen aan landelijke preventieprogramma’s

De inzichten die BIRD-NL opdoet, over de samenhang tussen bekende risicofactoren of nieuw gevonden risicofactoren, worden gebruikt in landelijke preventieprogramma’s.

Impactplan

Zorgen dat resultaten landen

BIRD-NL werkt samen met burgers, (naasten van) mensen met dementie en zorgprofessionals, zoals die in de eerstelijnszorg. Dat doet BIRD-NL om te zorgen dat het onderzoek uitvoerbaar is en aansluit op de ervaring van betrokkenen. BIRD-NL heeft hen vanaf het begin betrokken, bijvoorbeeld via focusgroepen, brainstormsessies en vragenlijsten.

Daarnaast heeft BIRD-NL een stakeholdercommissie opgericht. Daarin zitten professionals uit de praktijk, het beleid en het onderzoek. Zij praten regelmatig mee over de inhoud en de toepassing van de resultaten.

Uiteindelijk wilt BIRD-NL de relevantie vergroten voor de samenleving en onderzoeksresultaten toepasbaar maken. Zo zorgt BIRD-NL ervoor dat het onderzoek behalve wetenschappelijk betrouwbaar, óók effectief is in de samenleving en bijdraagt aan betere preventie en zorg rondom dementie.

Inspiratie

Vul 4 vragen in

'Jouw impactpartners' toont alle organisaties die kunnen ondersteunen bij realisatie van impact. Als je 4 vragen invult, verschijnen alleen organisaties die relevant zijn voor jouw onderzoek.